Fysiotherapeut uit Utrecht behandeld
het carpaal tunnel syndroom
De 6 meest gestelde vragen aan de fysiotherapeut
UTRECHT
Het carpaal tunnel syndroom komt relatief veel voor. Twijfel jij of je last hebt van het carpaal tunnel syndroom, of is de aandoening vastgesteld en wil je er meer over weten? Hieronder worden de 6 meest gestelde vragen over het carpaal tunnel syndroom beantwoord door de fysiotherapeut.
Zelftest vaststelling carpaal tunnel syndroom
Je kunt twee soorten tests bij jezelf uitvoeren om vast te stellen of jij last hebt van een carpaal tunnel syndroom. Op de eerste plaats kun je het ‘Teken van Tinel’ oproepen.
Bij deze test tik je op de binnenkant van de pols, op het midden. Wanneer je last hebt van carpaal tunnel syndroom, dan zal je een tinteling ervaren. Deze tinteling ervaar je niet wanneer er geen sprake is van een drukprobleem op de zenuwen.
De tweede test voor carpaal tunnel syndroom is de ‘Test van Phalen’. Voor deze test zorg je ervoor dat je hand en je onderarm samen een rechte hoek vormen. Dit doe je door je polsen te buigen.
Wijs met de vingers omlaag en druk vervolgens de ruggen van je handen tegen elkaar aan. Ervaar je tintelingen? Dan is er sprake van druk in de carpaal tunnel.
Wat is het carpaal tunnel syndroom?
Het carpale tunnelsyndroom is een aandoening waarbij in de pols, op de plek waar de carpale tunnel zich bevindt, een beknelling van de zenuw is ontstaan.
Maar liefst negen buigpezen en één belangrijke zenuw, namelijk de nervus medianus, lopen door deze tunnel in de pols. In deze tunnel kan een zwelling optreden en de druk kan verhogen, waardoor de ruimte beperkter wordt.
Dit leidt tot het ontstaan van druk op de zenuw, waardoor er klachten van het carpale tunnelsyndroom ontstaan.
Wat is de oorzaak van het carpaal tunnel syndroom?
Er zijn meerdere oorzaken van het carpaal tunnel syndroom. In bepaalde gevallen kan er geen specifieke oorzaak worden aangewezen.
Het carpaal tunnel syndroom kan worden veroorzaakt door diverse aandoeningen, waaronder diabetes, hypothyreoïdie (schildklieraandoening) en reumatische aandoeningen.
Het carpaal tunnel syndroom kan ook tijdens de zwangerschap ontstaan, wanneer de vrouw vocht vasthoudt dat in de tunnel een zwelling veroorzaakt. In de meeste gevallen verdwijnen de klachten na de bevalling.
De tunnel kan worden vernauwd door artrose of na een botbreuk, waardoor er carpaal tunnel syndroom kan ontstaan. Ook tenosynovitis, ofwel het zwellen van glijweefsel van pezen, kan het carpaal tunnel syndroom veroorzaken.
Tintelingen of pijn in de hand
Wanneer je last hebt van het carpaal tunnel syndroom, dan ervaar je in de meeste gevallen eerst tintelingen in vingers, je hand en je arm.
Deze tintelingen kunnen samengaan, of worden opgevolgd, door pijnklachten en / of gevoelloosheid. De tintelingen, pijnklachten of gevoelloosheid kan optreden aan een enkele kant, maar kan ook aan beide armen en handen tegelijk optreden.
Deze klachten beperken zich in de vingers vaak tot de ringvinger, de middelvinger, de wijsvinger en de duim. Vaak zijn de klachten in de nachten erger dan overdag.
Een andere klacht die vaker voorkomt bij het carpale tunnel syndroom is krachtverlies. Sommige mensen ervaren hierdoor dat zij dingen sneller uit de handen laten vallen bijvoorbeeld.
In de meest ernstige situaties kan de duimmuis slinken door het verdwijnen van spieren, waardoor de gevoelloosheid blijvend is.
Hoe ontstaat het carpaal tunnel syndroom?
Wanneer de nervus medianus, ook wel de middelste handzenuw, bekneld raakt door een zwelling in de carpale tunnel, dan is er sprake van het carpaletunnelsyndroom.
Deze zwelling in de carpale tunnel kan door meerdere factoren ontstaan. Wanneer je de hand vaak lang achter elkaar naar achteren of juist helemaal naar voren gebogen houdt, in plaats van in het verlengde van de onderarm, dan is het risico op zwelling hoger.
Dit geldt ook wanneer je de polsen of handen steeds in gelijke, vaak snelle bewegingen beweegt. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer je veel typt voor je werk.
Hebben je armen, polsen of handen vaak met trillingen te maken, bijvoorbeeld door het werken met een drilboor? Ook dan is er sprake van een verhoogd risico op zwelling in de carpale tunnel.
Hoe stelt de fysiotherapeut vast dat ik het carpaal tunnel syndroom heb?
De huisarts zal tijdens je bezoek de klachten die je ervaart met je doornemen. Daarnaast wordt er een fysiek onderzoek gedaan aan de armen en de handen. In de meeste gevallen is dit voldoende om het carpale tunnel syndroom vast te stellen.
Wanneer dit niet het geval is, dan ontvang je een doorverwijzing naar een neuroloog voor aanvullend onderzoek. In de meeste gevallen zal er op de neurologische afdeling van een ziekenhuis of kliniek een echo van de zenuw worden gemaakt om het carpale tunnel syndroom vast te stellen.
Is een zenuwecho niet mogelijk, dan kan er worden gekozen voor een zenuwgeleidingsonderzoek, ook wel een EMG genoemd. Hierbij krijg je elektrische schokjes om vast te kunnen stellen hoe snel de signalen door de zenuw worden doorgegeven aan de huid.
In de meeste gevallen is een operatie niet nodig en zal de fysiotherapeut u van uw klachten afhelpen.
De informatie over een carpaal tunnel syndroom hebben wij gemaakt met:
https://neuropathie.nu/teken-van-tinel-test-van-phalen/
https://www.thuisarts.nl/carpale-tunnelsyndroom/ik-heb-carpale-tunnelsyndroom?
https://www.thuisarts.nl/carpaletunnelsyndroom/ik-kies-voor-operatie-bij-carpaletunnelsyndroom